tante

Nederlands

Uitspraak

Geluid: tante (hulp, bestand)
IPA: /ˈtɑntə/

Woordafbreking

tan·te

Woordherkomst en -opbouw

Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(schoon)zuster van vader of moeder’ voor het eerst aangetroffen in 1782

Zelfstandig naamwoord

de tante v

(familie) zus of schoonzus van iemands vader of moeder
- Mijn tante woont in New York.

Vertalingen

1. zus of schoonzus van iemands vader of moeder

Luxemburgs: Mattant ^(lb) v
Noors: ciotka ^(no) g
Nynorsk: ciotka ⁽ⁿⁿ⁾ v
Oezbeeks: xola ^(uz), amma ^(uz)
Oppersorbisch: ćeta ^(hsb)
Pennsylvania-Duits: Ant ^(pdc) v
Pools: ciotka ^(pl) v, ciocia ^(pl) v
Portugees: tia ^(pt)
Sloveens: teta ^(sl)
Slowaaks: teta ^(sk)
Spaans: tía ^(es) v
Tsjechisch: teta ^(cs)
Turks: hala ^(tr) (zus van vader); teyze ^(tr) (zus van moeder); yenge ^(tr) (schoonzus van vader/moeder)
Zweeds: tant ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord tante staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tante" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Frans

Uitspraak

Geluid: tante (hulp, bestand)
IPA: /tɑ̃t/

Zelfstandig naamwoord

tante v

(familie) tante
(spreektaal) nicht, flikker

Verwijzingen

↑
Wouw, Berry van de
, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 195

Indonesisch

Woordafbreking

tan·te

Woordherkomst en -opbouw

uit het Nederlands "tante", dit is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong

Zelfstandig naamwoord

tante

(spreektaal), (familie) tante
mevrouw

Synoniemen

bibi

Antoniemen

om

Verwante begrippen

ibu

Noors

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
IPA: /'tɑntə/

Woordafbreking

tan·te

Zelfstandig naamwoord

tante v/m

(familie) tante.

Synoniemen

faster, moster

Verbuiging

Afgeleide begrippen

grandtante

Nynorsk

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
IPA: /'tɑntə/

Woordafbreking

tan·te

Zelfstandig naamwoord

tante v

(familie) tante.

Verbuiging

v	enkelvoud		meervoud
v	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	tante	tanta	tanter	tantene
genitief	tantes	tantas	tanters	tantenes

bijvormen	enkelvoud		meervoud
bijvormen	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	tanta		tantor	tantone
genitief	tantas		tantors	tantones

Synoniemen

faster, moster

Afgeleide begrippen

grandtante

[p{{{1}}}-1] "tante" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3

[qtante-2] tante op website: Etymologiebank.nl

[3] Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

[p195-4] 
Wouw, Berry van de
, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 195

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
tante	la tante	tantes	les tantes

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot