tegenwoordig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tegenwoordig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tegenwoordig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tegenwoordig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tegenwoordig is hier. De definitie van het woord tegenwoordig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantegenwoordig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • te·gen·woor·dig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tegenwoordig tegenwoordiger tegenwoordigst
verbogen tegenwoordige tegenwoordigere tegenwoordigste
partitief tegenwoordigs tegenwoordigers -

tegenwoordig

  1. betreffende de huidige tijd, behorend of passend bij het heden
     De Tsjechische regering noemt de verdrijving van Sudeten-Duitsers na de Tweede Wereldoorlog “vanuit een tegenwoordig perspectief gezien onaanvaardbaar”.[4]
     De dertiende van deze maand werd er een verdedigingspact tussen de Sovjet-Unie en Engeland gesloten, tegenwoordig dus bondgenoten.[5]
  2. als deelnemer of getuige in de directe nabijheid verkerend
     Ik doel op een gebeurtenis die zich voordeed op 11 september in Tokio, nadat ik een lezing had gegeven aan de Waseda Universiteit. Het schrijven van een verslag daarover wordt bemoeilijkt (of vergemakkelijkt) doordat deze gebeurtenis al wereldkundig werd gemaakt door Hans van der Lugt, de correspondent van deze krant in Japan, die erbij tegenwoordig was: 'Kousbroek oog in oog met vroegere kampbeheerder'.[6]

tegenwoordig

  1. in de huidige tijd
     Al met al lijkt het er dus op dat de moderne slaper langer, beter en dieper slaapt, in zijn stille, afgesloten slaapkamer. Toch klagen tegenwoordig veel mensen over slecht slapen.[7]
     Ik begrijp al die haast van tegenwoordig niet.[8]
  • van tegenwoordig
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[9]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. tegenwoordig op website: Etymologiebank.nl
  3. "tegenwoordig" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. Bronlink geraadpleegd op 27 december 2021 Weblink bron
    Renée Postma
    “Duitsland blij met `gebaar' van Tsjechië” (20 juni 2003) op nrc.nl op Wikipedia
  5. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  6. Bronlink geraadpleegd op 27 december 2021 Weblink bron
    Rudy Kousbroek
    “Wil je me slaan?; Kousbroek ontmoet zijn Japanse kampcommandant” (2 oktober 1998) op nrc.nl op Wikipedia
  7. Bronlink geraadpleegd op 27 december 2021 Weblink bron
    Hendrik Spiering
    “Nu slaap je de hele nacht door, vroeger was dat heel anders” (23 december 2021) op nrc.nl op Wikipedia
  8. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  9. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


tegenwoordig

  1. tegenwoordig, huidig; betreffende de huidige tijd


tegenwoordig

  1. tegenwoordig, huidig; betreffende de huidige tijd