Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tik. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tik, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tik in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tik is hier. De definitie van het woord
tik zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tik, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de tik m
- een korte niet al te harde klap of schop
- Hij gaf een tikje tegen het venster.
- ▸ ‘Rustig, Misty’, en hij gaf het dier een corrigerende tik.[1]
- het korte maar energieke geluid van zo'n klap of schop
- Je moet mijn fiets eens nakijken, ik hoor steeds een tik.
tik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tikken
- gebiedende wijs van tikken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tikken
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[2]
|
tik
- zo
tik
- zozeer (in 'niet zozeer als')