Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zo. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zo, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zo in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zo is hier. De definitie van het woord
zo zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zo, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zo
- op die manier
- We zijn zo door dat gat naar de overkant gekropen.
- over niet al te lange tijd
- Heb je zo even tijd om naar mijn document te kijken?
- zoo (officiële spelling tot 1946 in België en 1947 in Nederland)
- uiting van verbazing en/of misnoegen
- "Zo, ben je daar eindelijk, waar bleef je nou?"
het is gegaan, zoals het was besproken
dat is in een oogwenk gebeurd
het is maar matig, niet veel zaaks
de zo m
- (afkorting), (tijdrekening), (dag) zondag, de tweede dag van het weekeinde
- «Open: di, wo, do, vr; dicht: za, zo, ma.»
- Geopend op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag; gesloten op zaterdag, zondag en maandag.
- Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven: zo., maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een weekdag gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten.
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|
zo
- zo; op die manier
zo
- zo; op die manier
zo
- zo; op die manier