Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
uitblazen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
uitblazen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
uitblazen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
uitblazen is hier. De definitie van het woord
uitblazen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
uitblazen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
uitblazen
- inergatief, (figuurlijk) (weer) bijkomen, op adem komen, uitrusten
- Een weekendje uitblazen aan zee.
- overgankelijk door blazen doven /uitmaken
- De kaarsjes van een verjaardagstaart uitblazen.
- overgankelijk (adem, lucht, rook e.a.) naar buiten blazen
- Zijn laatste adem uitblazen.
- De rook uitblazen.
- ▸ Na tien stappen stopte ik om diep uit te blazen en mijn zenuwen te ontspannen waardoor ik een stuk makkelijker de laatste 10 meter aflegde.[1]
- overgankelijk door blazen leegmaken, schoonmaken of zuiveren
- overgankelijk (glasblazerij) glas door blazen zijn definitieve vorm geven
- overgankelijk, (muziek) een muziekstuk ten einde blazen
- overgankelijk, (financieel) rekeningen of onkosten betalen
- overgankelijk, (verouderd) leegdrinken
- overgankelijk, (verouderd) leegschieten
- overgankelijk ten einde blazen
1. bijkomen, op adem komen, uitrusten
3. (adem, lucht, rook e.a.) naar buiten blazen
4. door blazen leegmaken, schoonmaken of zuiveren
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[2]
|