uitstel
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uitstel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uitstel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uitstel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uitstel is hier. De definitie van het woord uitstel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuitstel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- uit·stel
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | uitstel | - |
| verkleinwoord | - | - |
het uitstel o
- het uitstellen, de verschuiving tot later
- uitsteldatum, uitstelgedrag, uitstelkosten, uitstelmoeder, uitstelperiode, uitstelpolitiek, uitstelvader
- Van uitstel komt afstel
letterlijk, wanneer iets wordt uitgesteld wordt het nooit meer gedaan
1.
| vervoeging van |
|---|
| uitstellen |
uitstel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen
- ... dat ik uitstel.
- Het woord uitstel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitstel" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ uitstel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
