vink

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vink. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vink, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vink in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vink is hier. De definitie van het woord vink zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvink, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vink
  • In de betekenis van ‘zangvogel’ voor het eerst aangetroffen in 1270 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vink vinken
verkleinwoord vinkje vinkjes

de vinkv / m

  1. (zangvogels) Fringilla coelebs op Wikispecies, een zangvogel
  2. V-tje waarmee men na iets gecontroleerd te hebben 'afvinkt'
vervoeging van
vinken

vink

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vinken
    • Ik vink. 
  2. gebiedende wijs van vinken
    • Vink! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vinken
    • Vink je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]