viser

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord viser. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord viser, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je viser in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord viser is hier. De definitie van het woord viser zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanviser, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vi·ser
Naar frequentie 680

viser

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van vise

viser

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van vise
  • Det viser sig.
Het blijkt dat.


viser

  1. (spreektaal) kijken
    «Vise la nana qui passe!»
    Kijk eens naar de griet die daar voorbijkomt! [1]


  • vi·ser
Naar frequentie 6616

viser

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van vise

viser

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van vise


  • vi·ser

viser

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van visa

viser

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van vise

viser

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van vis

viser

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van vise