Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vree. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vree, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vree in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vree is hier. De definitie van het woord
vree zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vree, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vree
- enkelvoud verleden tijd van vrijen
- Ik vree.
- Jij vree.
- Hij, zij, het vree.
- ▸ Zijn antwoord was, dat hij vree met wie hij lustte, en dat de pastoors daar geen zaken mee hadden, en of dit kind wel van hem was?[1]
de vree v / m
- (dichterlijk) toestand van rust
- ▸ Al zijn de luiken van de nacht geloken
en wrede dingen achteraf gesteld
hoor, hoe in 't hart, waar rond de stilte geldt,
hoe in onszelf de vree weer wordt verbroken.[2]
- ∗ Alles lijkt pais en vree in idyllisch Odessa[3]
- ∗ Maar nu het stemrecht eindelijk was ingevoerd, zou alles pais en vree moeten zijn.[4]
80 % |
van de Nederlanders;
|
60 % |
van de Vlamingen.[5]
|