væske
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord væske. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord væske, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je væske in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord væske is hier. De definitie van het woord væske zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvæske, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Et glass met væske.
Een glas met vloeistof.
Een glas met vloeistof.
- væs·ke
- (werkwoord) Afkomstig van het zelfstandige werkwoord væske.
- (zelfstandig naamwoord) Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord væzka, dat van våt komt.
| stamtijd | |||
|---|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| væske |
væsker |
væsket væska |
væsket væska |
| Klasse 1 zwak | |||
væske
- afzonderen, uitscheiden (van vloeistof)
- «Såret væsker.»
- De wond zondert vloeistof af.
- «Såret væsker.»
væske seg
- wederkerend afzonderen
- «Ha eplene i en kjele sammen med sukkeret og rør om til de begynner å væske seg.»
- Doe de appels in een pan met de suiker en roer tot ze beginnen vloeistof af te zonderen.
- «Ha eplene i en kjele sammen med sukkeret og rør om til de begynner å væske seg.»
væske g
- vloeistof
- «Olje er en organisk væske som ikke er oppløselig i vann.»
- Olie is een organische vloeistof die in water niet oplosbaar is.
- «Olje er en organisk væske som ikke er oppløselig i vann.»
| g | enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|---|
| onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
| nominatief | væske | m: væsken v: væska |
væsker | væskene |
| genitief | væskes | m: væskens v: væskas |
væskers | væskenes |
- væs·ke
- (werkwoord) Afkomstig van het zelfstandige werkwoord væske.
- (zelfstandig naamwoord) Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord væzka, dat van våt komt.
| stamtijd | |||
|---|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| væske |
væskar |
væska |
væska |
| Klasse 1 zwak | |||
væske
- afzonderen, uitscheiden (van vloeistof)
- «Såret væskar.»
- De wond zondert vloeistof af.
- «Såret væskar.»
væske v
- vloeistof
- «Vatn er ei væske.»
- Water is een vloeistof.
- «Vatn er ei væske.»
| v | enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|---|
| onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
| nominatief | væske | væska | væsker | væskene |
| genitief | ||||
| v bijvormen |
enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|---|
| onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
| nominatief | væska | væskor | væskone | |
| genitief | ||||