weekbak

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord weekbak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord weekbak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je weekbak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord weekbak is hier. De definitie van het woord weekbak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanweekbak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

weekbak

Uitspraak

Geluid: weekbak (hulp, bestand)
IPA: / ˈweɡbɑk / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

week·bak

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van weken ww en bak zn ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	weekbak	weekbakken
verkleinwoord	weekbakje	weekbakjes

Zelfstandig naamwoord

de weekbak m

bak waarin men iets te weken kan leggen
(pejoratief) slap persoon

Vertalingen

1. bak waarin men iets te weken kan leggen

Engels: maceration bath ^(en)

Gangbaarheid

Het woord 'weekbak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weekbak" herkend door:

75 %	van de Nederlanders;
71 %	van de Vlamingen.^[2]

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot