weken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord weken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord weken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je weken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord weken is hier. De definitie van het woord weken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanweken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • we·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
weken
/ˈʋekə(n)/
weekte
/ˈʋektə/
geweekt
/ɣəˈʋekt/
zwak -t volledig

weken

  1. overgankelijk door langdurig in een vloeistof te leggen zacht, plooibaar of beter wasbaar maken
    • Je kunt dat het beste eerst een tijdje weken. 
  2. ergatief door langdurig in een vloeistof te liggen zacht, plooibaar of beter wasbaar worden
    • Dat vuile ondergoed heeft lang genoeg liggen weken. 
vervoeging van
wijken

weken

  1. meervoud verleden tijd van wijken
    • Wij weken. 
    • Jullie weken. 
    • Zij weken. 

de wekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord week
     Tot mijn verbazing wist ik deze zes weken durende tocht zonder noemenswaardige problemen te voltooien, waardoor ik voor het eerst echt begon te geloven dat mijn ‘American Dream’ wel eens in vervulling zou kunnen gaan.[2]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. weken op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be