Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
wekelijks. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
wekelijks, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
wekelijks in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
wekelijks is hier. De definitie van het woord
wekelijks zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
wekelijks, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
wekelijks [2] [3]
- eenmaal per week, elke week terugkerend
- Dit is de wekelijkse markt.
wekelijks
- eenmaal per week, elke week terugkerend
- ▸ Behalve Guthook raadpleegde ik ook af en toe het Water Report, een door vrijwilligers wekelijks bijgewerkt pdf-bestand dat de actuele waterstand aangeeft.[4]
wekelijks
- eenmaal per week, elke week
- De kaasboer komt hier wekelijks langs.
100 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[5]
|