wezen/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wezen/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wezen/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wezen/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wezen/vervoeging is hier. De definitie van het woord wezen/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwezen/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van het Nederlandse werkwoord wezen
tegenwoordige tijd verleden tijd toekomende tijd
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
ik - wij, we - ik was wij, we waren ik zal wezen wij, we zullen wezen
jij, je, U
gij, ge
- jullie - jij, je, U
gij, ge
was
waart
jullie waren jij, je, U
gij, ge
zal, zult wezen
zult wezen
jullie zullen wezen
hij, zij, het - zij, ze - hij, zij, het was zij, ze waren hij, zij, het zal wezen zij, ze zullen wezen
onvoltooid deelwoord voltooide tijd gebiedende wijs aanvoegende wijs
- geweest zijn wees, weest (zij)
ware