Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
wintereik. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
wintereik, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
wintereik in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
wintereik is hier. De definitie van het woord
wintereik zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
wintereik, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de wintereik m
- (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Quercus petraea , die inheems is in de Benelux en tot 30 meter hoog kan worden
- Bomen met een grotere diameter dan 40 centimeter mogen ook worden gekapt tenzij het gaat om haagbeuk, beuk, zomereik, wintereik, Hollandse linde, winterlinde, zomerlinde, Hollandse iep en gewone es. In die gevallen moet er bij de gemeente wel een kapvergunning worden aangevraagd. [3]
- Het lijkt erop dat de zomer- en wintereiken dit jaar een grote opbrengst aan eikels produceren. Vooral de eiken in cultuurlandschappen en in de steden hangen barstensvol en koersen af op een zogeheten (extreme) volmast, een bijzonder grote oogst. Op de Veluwe is sprake van een gemiddelde mast. Dat meldt de website Natuurbericht.nl. [4]
1. bepaald soort loofboom, Quercus petrae
82 % |
van de Nederlanders;
|
93 % |
van de Vlamingen.[5]
|