wunnerfitzich

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wunnerfitzich. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wunnerfitzich, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wunnerfitzich in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wunnerfitzich is hier. De definitie van het woord wunnerfitzich zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwunnerfitzich, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • wun·ner·fit·zich
Sterke
verbuiging [1]
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief wunnerfitzicher wunnerfitzichi wunnerfitzich wunnerfitziche
datief wunnerfitzichem wunnerfitzicher wunnerfitzichem wunnerfitziche
accusatief wunnerfitzicher wunnerfitzichi wunnerfitzich wunnerfitziche
Zwakke
verbuiging [2]
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief wunnerfitzich wunnerfitzich wunnerfitzich wunnerfitziche
datief wunnerfitziche wunnerfitziche wunnerfitziche wunnerfitziche
accusatief wunnerfitzich wunnerfitzich wunnerfitzich wunnerfitziche
Gemengde
verbuiging [3]
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief wunnerfitzicher wunnerfitzichi wunnerfitzich wunnerfitziche
datief wunnerfitziche wunnerfitziche wunnerfitziche wunnerfitziche
accusatief wunnerfitzicher wunnerfitzichi wunnerfitzich wunnerfitziche

wunnerfitzich

  1. nieuwsgierig

wunnerfitzich

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van wunnerfitzich

wunnerfitzich

  1. bepaald nominatief en accusatief enkelvoud stellende trap van wunnerfitzich

wunnerfitzich

  1. onbepaald nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van wunnerfitzich
  1. zonder lidwoord
  2. met bepaald lidwoord
  3. met onbepaald lidwoord: ein, kein, mein, dein, sein, ihr (v, enk), unser, euer, ihr (mv), Ihr