Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zeek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zeek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zeek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zeek is hier. De definitie van het woord
zeek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zeek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de zeek m
- vloeibare ontlasting
- De zeek of pis van menschen en dieren heeft, zoo als men weet, eene zeer groote aengelegenheid in de landelyke opbrengst.[1]
- (informeel) het zeewater
- En nu hebben wij zelf twee garnalenboten die altijd stuk zijn en wordt de zeek leeggevist door Guyanezen.[2]
zeek
- enkelvoud verleden tijd van zeiken
- Ik zeek.
- Jij zeek.
- Hij, zij, het zeek.
zeek
- onpersoonlijke verleden tijd van zeiken
24 % |
van de Nederlanders;
|
21 % |
van de Vlamingen.[1]
|