zeem

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zeem. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zeem, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zeem in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zeem is hier. De definitie van het woord zeem zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzeem, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een zeem.
  • zeem
  • In de betekenis van ‘honing’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1] [2] [3]
m en o enkelvoud meervoud
naamwoord zeem zemen
verkleinwoord zeempje zeempjes
o enkelvoud meervoud
naamwoord zeem -
verkleinwoord - -

zeem

  1. m en o een stuk zeemleer waarmee men een glazen ruit droog kan wrijven.
    • Ik zal die zeem even uitwringen. 
  2. o zeemleer, leer gemaakt van gemzenhuid.
    • Zeem heeft heel handige eigenschappen voor huishouders. 
  3. (West-Vlaams) honing
vervoeging van
zemen

zeem

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zemen
    • Ik zeem. 
  2. gebiedende wijs van zemen
    • Zeem! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zemen
    • Zeem je? 
99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]


zeem

  1. (Hooglimburgs) stroop