stroop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord stroop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord stroop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je stroop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord stroop is hier. De definitie van het woord stroop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstroop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. Een fles met stroop om aan gerechten toe te voegen.
  • in de uitspraak ontstaan uit siroop, mogelijk via tussenvormen als "seroop" en "sroop", in de betekenis van ‘dikke vloeistof’ voor het eerst aangetroffen in 1514 [1] [2] [3]
  • stroop
enkelvoud meervoud
naamwoord stroop stropen
verkleinwoord stroopje stroopjes

de stroopv / m

  1. (voeding) dikke, viskeuze, geconcentreerde vloeistof waarin een grote hoeveelheid suikers zijn opgelost
    • Een boterham met stroop. 
  2. m het stropen van wild
  • iemand stroop om de mond smeren
iemand overdreven vleien
vervoeging van
stropen

stroop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stropen
    • Ik stroop. 
  2. gebiedende wijs van stropen
    • Stroop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stropen
    • Stroop je? 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]