Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ziekte. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ziekte, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ziekte in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ziekte is hier. De definitie van het woord
ziekte zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ziekte, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘het ziek-zijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1343 [1]
- Afgeleid van ziek met het achtervoegsel -te.
de ziekte v
- (medisch) een gezondheidsprobleem
- Deze ziekte is goed te genezen.
- ▸ Hoe durft ze ... tegen Sinterklaas! dacht Pietje. Maar Sint zei: 'Goede vrouw, ik heb gehoord dat u toverdranken kunt maken die mens en dier genezen van ziekte.[2]
ziekte
- enkelvoud verleden tijd van zieken
- Ik ziekte.
- Jij ziekte.
- Hij, zij, het ziekte.
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|