zoethout

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zoethout. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zoethout, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zoethout in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zoethout is hier. De definitie van het woord zoethout zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzoethout, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zoethout

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoet·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoethout -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zoethouto

  1. Glycyrrhiza glabra op Wikispecies, een plant die tot de vlinderbloemigen behoort
  2. (snoepgoed) gedroogde wortelstok van de gelijknamige plant
    • Ik heb hun vaders nog gekend / ze kochten zoethout voor een cent / ik zag hun moeders touwtjespringen 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Liedtekst uit Het Dorp op Wikipedia (nld) van Wim Sonneveld op Wikipedia (nld), 1974
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be