zoetzuur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zoetzuur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zoetzuur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zoetzuur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zoetzuur is hier. De definitie van het woord zoetzuur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzoetzuur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zoet·zuur
enkelvoud meervoud
naamwoord zoetzuur -
verkleinwoord - -

het zoetzuuro

  1. (voeding) een gerecht waaraan zowel een zuur zoals azijn als een zoetstof zoals suiker is toegevoegd
    • De combinatie van zoetzuur en ketjap manis is erg lekker. 
    • Ik had twee glazen koffie gezet en we hadden bij de Vietnamees nems gehaald. Luc doopte zijn miniloempia's in de zoetzure saus, mijn kandidaat drukte op de oranje knop en de telefoon ging. [1] 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zoetzuur zoetzuurder zoetzuurst
verbogen zoetzure zoetzuurdere zoetzuurste
partitief zoetzuurs zoetzuurders -

zoetzuur

  1. waaraan zowel een zuur als een zoetstof zoals suiker is toegevoegd
    • Het werd geserveerd in een zoetzure saus. 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 120
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be