zwenken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zwenken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zwenken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zwenken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zwenken is hier. De definitie van het woord zwenken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzwenken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zwen·ken
  • In de betekenis van ‘van richting veranderen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zwenken
zwenkte
gezwenkt
zwak -t volledig

zwenken

  1. wenden, keren
    • De vrachtwagen zwenkte naar rechts. 
     Robert zei dat de graaf hem beloofd had dat hij hem kunstjes met paarden zou leren: wenden, zwenken, springen en hoe je de beste ruiter ter wereld kon worden.[3]
     Ik vond het ongelofelijk en wonderbaarlijk dat er zoveel auto's langs elkaar heen konden rijden zonder te botsen, en bij elk stel koplampen dat mijn kant op kwam was ik ervan overtuigd dat ze onvermijdelijk mijn rijbaan op zouden zwenken.[4]

de zwenkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zwenk
96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]