Baby

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Baby. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Baby, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Baby in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Baby is hier. De definitie van het woord Baby zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanBaby, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: baby


  • IPA: /ˈbeːbi/, (vaak ook geangliceerd) /ˈbɛɪ̯bi/
  • Ba·by
  • Ontlening van het Engelse baby (anglicisme), dat op zijn beurt een stamelwoord uit de kindertaal is

Baby o

  1. baby
    «Ihr habt aber ein sehr süßes Baby
    Jullie hebben een erg lieve baby!
    «Sie benimmt sich wie ein Baby
    Ze gedraagt zich als een baby.
  2. (in ruimere zin) kind
    «Sie wünschen sich beide ein Baby
    Zij wilden beide een kind.
    «Sie erwartet/bekommt ein Baby
    Zij krijgt een kind.
  3. een troetelwoord voor de partner(es); schatje.
    «Sie ist mein Baby, mein Ein und Alles.»
    Zij is mijn schatje, mijn alles.
  4. (informeel) een omschrijvende benaming van mannen voor een zeer leuk, jong meisje met een seksistische of chauvinistische bijklank; schatje.
    «Hey, Baby, heute Abend schon was vor?»
    schatje, heb je vanavond al wat te doen?
  5. (informeel) een afkeurende benaming voor een mens met weinig moed; angsthaas, slapjanus.
    «Du bist ein echtes Baby
    Je bent een echte angsthaas/slapjanus!
  6. (spreektaal) (in navolging van 3) een troetelwoord voor zelfgemaakte objecten of voor bezit waarmee men een bijzondere (emotionele) relatie heeft; schatje.
    «Dieses Auto ist mein Baby; ich habe es selbst getunt.»
    Deze auto is mijn schatje; ik heb 'm zelf opgevoerd.

(spreektaal) Du bist doch kein Baby mehr!

  • Je bent toch (zeker) geen baby meer!

noch ein richtiges Baby sein

  • Onzelfstandig, hulpeloos zijn.


Zie baby (kleingeschreven).