Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
Nederlandssprekend. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
Nederlandssprekend, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
Nederlandssprekend in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
Nederlandssprekend is hier. De definitie van het woord
Nederlandssprekend zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
Nederlandssprekend, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlandssprekend
- (van personen) zich uitdrukkend in de voertaal van Nederland en Vlaanderen
- ▸ Het gevolg was een massale vlucht van spaargeld naar België en vooral naar Luxemburg, waar het bankgeheim gekoesterd werd. Van de weeromstuit lokten de banken spaarders met Nederlandssprekend personeel naar hun nieuw geopende kantoren in Luxemburg.[1]
- (van een gebied) waar de voertaal van Nederland en Vlaanderen feitelijk of officieel gebruikelijk is
- ▸ De tijd zal leren wat de spraakmakende gemeente in Nederlandssprekend België doet: kiezen voor het algemeen Brabantse ajuin of voor het Hollands-Nederlandse ui.[2]
- ↑ Weblink bron
Roel Janssen
“Frits en het fiscale dossier” (12 augustus 1999) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron
Jo Daan
De invloed van het Nederlands, gemeten aan het woord ui in: Jo Daan e.a.
Album Willem Pée. De jubilaris aangeboden bij zijn zeventigste verjaardag. (1973), George Michiels, Tongeren, p. 70