aabaue

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aabaue. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aabaue, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aabaue in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aabaue is hier. De definitie van het woord aabaue zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaabaue, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aa·baue
  • Afkomstig van het Duitse werkwoord anbauen
  • Afleiding van het Pennsylvania-Duitse werkwoord baue met het voorvoegsel aa-
vervoeging
tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm
hele vervoeging zie aabaue/vervoeging
onbepaalde
wijs
aabaue
verleden
tijd
(er, sie, es) hot aagebaut
voltooid
deelwoord
aagebaut
enkelvoud meervoud
1e persoon ich bau aa mir / mer baue aa
2e persoon du bauscht aa dihr / der
dihr / der
dihr / der
ihr / er
ihr / er
nihr / ner
baut aa
baue aa
bauet aa
baut aa
baue aa
baue aa
3e persoon er baut aa sie baue aa
sie baut aa
es baut aa

aabaue

  1. overgankelijk, (bouwkunde) bijbouwen