aanbellen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanbellen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanbellen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanbellen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanbellen is hier. De definitie van het woord aanbellen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanbellen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·bel·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanbellen
belde aan
aangebeld
zwak -d volledig

aanbellen

  1. bij iemand (aan de deur) bellen, op de knop van de elektrische deurbel van een huis drukken
    • Nog voor ze kunnen aanbellen, zwaait de deur open. 
    • Als je wilt dat iemand de voordeur voor je openmaakt moet je aanbellen. 
  2. aan de deurbel trekken om die te laten rinkelen
    • Nog voor ze kunnen aanbellen, zwaait de deur open. 
    • Als je wilt dat iemand de voordeur voor je openmaakt moet je aanbellen. 
  • belletje trekken: aanbellen en dan hard wegrennen zodat iemand voor niets de deur opent, een vorm van plagen door kinderen
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be