aanbouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanbouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanbouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanbouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanbouw is hier. De definitie van het woord aanbouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanbouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanbouw aanbouwen
verkleinwoord aanbouwtje aanbouwtjes

Zelfstandig naamwoord

de aanbouwm

  1. (bouwkunde) het bouwen van iets aan een ander gebouw
  2. (bouwkunde) het aangebouwde
    • De slaapkamer komt in de nieuwe aanbouw. 
    • Het oude kasteel heeft vele aanbouwen. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
aanbouwen

aanbouw

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbouwen
    • ... dat ik aanbouw. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Verwijzingen