Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
aanbreken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
aanbreken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
aanbreken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
aanbreken is hier. De definitie van het woord
aanbreken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
aanbreken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
aanbreken
- overgankelijk iets voor het eerst openen
- We hebben de andere voorraad nog niet aangebroken.
- We hebben een nieuwe fles wijn aangebroken.
- ergatief beginnen van een tijdperk (alleen gangbaar in de derde persoon)
- Een nieuw tijdperk breekt nu aan.
- De vakantie is aangebroken.
1. iets voor het eerst openen
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.
|