aanbreken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanbreken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanbreken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanbreken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanbreken is hier. De definitie van het woord aanbreken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanbreken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·bre·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanbreken
brak aan
aangebroken
klasse 4 volledig

Werkwoord

aanbreken

  1. overgankelijk iets voor het eerst openen
    • We hebben de andere voorraad nog niet aangebroken. 
    • We hebben een nieuwe fles wijn aangebroken. 
  2. ergatief beginnen van een tijdperk (alleen gangbaar in de derde persoon)
    • Een nieuw tijdperk breekt nu aan. 
    • De vakantie is aangebroken. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Verwijzingen