aankoop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aankoop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aankoop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aankoop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aankoop is hier. De definitie van het woord aankoop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaankoop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·koop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aankoop aankopen
verkleinwoord aankoopje aankoopjes

Zelfstandig naamwoord

de aankoopm

  1. (handel) datgene wat men aankoopt
    • Mijn vader kwam zijn nieuwste aankoop trots aan me tonen. 
  2. (handel) de daad van het aankopen
    • De aankoop kon niet doorgaan omdat ik mijn geld was vergeten. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
aankopen

aankoop

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankopen
    • ... dat ik aankoop. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
aankoop
aangekoop
volledig

Werkwoord

aankoop

  1. aankopen