adar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord adar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord adar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je adar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord adar is hier. De definitie van het woord adar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanadar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • adar

adar

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) twaalfde maand van het joodse jaar, in februari-maart (9×: Est. 3:7 +, Ezra 6:15); zesde maand bij telling vanaf Rosj Hasjana
Joodse kalendermaanden:
  •  tisjri   (september/oktober)
  •  chesjvan   (oktober/november)
  •  kislew   (november/december)
  •  tevet   (december/januari)
  •  sjevat   (januari/februari)
  •  adar   (februari/maart)
  •  nisan   (maart/april)
  •  iar   (april/mei)
  •  sivan   (mei/juni)
  •  tammoez   (juni/juli)
  •  av   (juli/augustus)
  •  eloel   (augustus/september)