tammoez

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tammoez. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tammoez, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tammoez in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tammoez is hier. De definitie van het woord tammoez zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantammoez, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • tam·moez

tammoez

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vierde maand van het joodse jaar, in juni-juli, tiende maand bij telling vanaf Rosj Hasjana
Joodse kalendermaanden:
  •  tisjri   (september/oktober)
  •  chesjvan   (oktober/november)
  •  kislew   (november/december)
  •  tevet   (december/januari)
  •  sjevat   (januari/februari)
  •  adar   (februari/maart)
  •  nisan   (maart/april)
  •  iar   (april/mei)
  •  sivan   (mei/juni)
  •  tammoez   (juni/juli)
  •  av   (juli/augustus)
  •  eloel   (augustus/september)