tevet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tevet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tevet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tevet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tevet is hier. De definitie van het woord tevet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantevet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • te·vet

tevet

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) tiende maand van het joodse jaar, in december-januari (Est. 2:16); vierde maand bij telling vanaf Rosj Hasjana
  • Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): tebet
Joodse kalendermaanden:
  •  tisjri   (september/oktober)
  •  chesjvan   (oktober/november)
  •  kislew   (november/december)
  •  tevet   (december/januari)
  •  sjevat   (januari/februari)
  •  adar   (februari/maart)
  •  nisan   (maart/april)
  •  iar   (april/mei)
  •  sivan   (mei/juni)
  •  tammoez   (juni/juli)
  •  av   (juli/augustus)
  •  eloel   (augustus/september)