afzeggen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afzeggen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afzeggen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afzeggen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afzeggen is hier. De definitie van het woord afzeggen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafzeggen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·zeg·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afzeggen
zegde af
zei af
afgezegd
zwak -d

onregelmatig

volledig

afzeggen

  1. overgankelijk aangeven dat men niet gaat komen
    • Ik heb dat feest afgezegd omdat ik me niet goed voelde. 
  2. inergatief ~ voor: aangeven dat men niet gaat komen
    • Ik heb afgezegd voor het feest omdat ik een andere afspraak had. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be