Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
amateur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
amateur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
amateur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
amateur is hier. De definitie van het woord
amateur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
amateur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit Frans amateur "een beminder" (1553), "liefhebber" [1] [2]
- In de huidige betekenis van ‘beoefenaar uit liefhebberij’, ontleend aan Engels amateur, eind 19e eeuw.
de amateur m
- een persoon die iets als hobby doet, niet-beroeps vakman, niet-beroeps sporter
- De amateurs mochten op zondag voetballen.
- ▸ Ze was modiste, maar had, behalve het hoedenmaken, nog een ander beroep - hoewel meer als amateur dan beroepshalve - en in die tijd had ze een beschermer, Jean-Baptiste Toussaint.[3]
- (figuurlijk) (pejoratief) iemand die onervaren is, prutser, knoeier
- Je lijkt wel een amateur met al dat geknoei.
- ▸ Hij had zich als een amateur gedragen, maar hij kon zijn strategie aanpassen.[4]
- (verouderd) beminder, minnaar
1. een persoon die iets als hobby doet
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- Uit Latijn amator
- Leenvertaling van Italiaans amatore "liefhebber van de schone kunsten" (sinds 1762)
- Leenvertaling van Engels amateur, sinds 1882 [1]
amateur m
- liefhebber, minnaar
- kunstliefhebber
- (pregnant) (pejoratief) iemand die kunst beoefent maar die zelf daarvoor niet opgeleid is, dilettant
- (figuurlijk) iemand die een vak, sport e.d. als hobby (uit liefhebberij) beoefent en dus niet beroepsmatig, amateur
amateur
- liefhebbend, houdend van
- amateuristisch, niet-beroepsmatig