banen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord banen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord banen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je banen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord banen is hier. De definitie van het woord banen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbanen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ba·nen
  • In de betekenis van ‘een weg maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1401 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
banen
baande
gebaand
zwak -d volledig

banen

  1. wederkerend zich een weg ~: een pad maken waar er geen was, resoluut doordringen in iets
    • Hij heeft zich een weg door het oerwoud gebaand. 
     Met onze wandelstokken baanden we ons een weg door de dichtbegroeide struiken. Er was duidelijk een hele tijd niemand door deze ongerepte natuur heen gelopen.[2]
     ‘Opzij, opzij. ’ Martina gedroeg zich als een menselijke stormram en baande zich een weg door de drommen toeristen die een glimp van hetgeen zich afspeelde wilden opvangen.[3]

de banenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord baan
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]


Naar frequentie 1687

banen

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van bane