boegseren
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boegseren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boegseren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boegseren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boegseren is hier. De definitie van het woord boegseren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboegseren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. voortslepen door een ander schip
_tows_large_harbor_tug_USS_Kittanning_(YTB_787)_during_a_towing_exercise_(TOWEX).jpg)
| naamwoord van handeling | |
|---|---|
| zelfstandig | bijvoeglijk |
| boegseren | boegserend |
| boegsering | |
- boeg·se·ren
- Leenwoord uit het Portugees, in de betekenis van ‘met sloepen voorttrekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1]
- vermoedelijk van Portugees puxar ww "trekken, slepen", onder invloed van boeg en met het achtervoegsel -eren [2][3]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| boegseren |
boegseerde |
geboegseerd |
| zwak -d | volledig | |
boegseren
- overgankelijk (scheepvaart) voortslepen door een of meer (andere) schepen
- We lichtten meteen ons anker en wilden onder zeil gaan. Maar toen het licht werd en wij bezig waren het schip naar zee te boegseren, verschenen de Spekken boven op de klippen en schoten van boven af op het schip en op de sloep, zodat het daar nauwelijks uit te houden was. [4]
- overgankelijk (verouderd) (figuurlijk) behoedzaam naar een gewenste situatie leiden
- Zoo vaak ergens een zwak en onbeduidend miniatuurtalent ontluikt, beijvert zich Hamerling het door zijne voorspraak te boegseren; of ook wel het te dekken met eene tegen de pijlen der kritiek beschermende voorrede, bij wijze van schild. [5]
- op sleeptouw nemen (bij schepen)
- boegseerboot, boegseerder, boegseerlijn, boegseersloep, boegseertouw, boegseertros, boegsering
- binnenboegseren, uitboegseren, voortboegseren, wegboegseren
- Deens: bugsere
- Duits: bugsieren
- Fries: boechsearje
- Noors: buksere
- Russisch: буксировать (buksirovat)
- Zweeds: bogsera
1. voortslepen door een of meer (andere) schepen
- Het woord 'boegseren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boegseren" herkend door:
| 9 % | van de Nederlanders; |
| 6 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "boegseren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ boegseren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Bontekoe, W.IJ. (ed. L. Nijgh)Het journaal van Bontekoe, De gedenkwaardige beschrijving van de reis naar Oost-Indië van schipper Willem IJsbrandtsz. Bontekoe uit Hoorn, in de jaren 1618 tot en met 1625. (1989) Uitgeverij Pirola, Schoorl; ISBN 90 6455 089 1; p. 119; geraadpleegd 2018-07-12
- ↑ Busken Huet, C.Litterarische Fantasien en Kritieken (negende deel) (1884) H.D. Tjeenk Willink, Haarlem,; p. 145; geraadpleegd 2018-07-12
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
