boogschieten

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boogschieten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boogschieten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boogschieten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boogschieten is hier. De definitie van het woord boogschieten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboogschieten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • boog·schie·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
boogschieten
(schoot boog)
(booggeschoten)
onvolledig

boogschieten

  1. inergatief met een boog schieten
    • Hij wilde gaan boogschieten, maar daar kwam weinig van terecht die middag. 
  • De te-vorm komt zowel gescheiden als ongescheiden voor, een enkele keer komt een scheidbaar voltooid deelwoord "booggeschoten" voor.
enkelvoud meervoud
naamwoord boogschieten -
verkleinwoord - -

het boogschieteno

  1. (sport) een sport waarbij pijlen worden weggeschoten naar een doel met behulp van een boog
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be