båre

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord båre. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord båre, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je båre in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord båre is hier. De definitie van het woord båre zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbåre, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
En båre.
Een baar.
En båre.
Een doodskist.
  • bå·re
  • (werkwoord) Afkomstig van het Oudnoorse woord bára.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
båre
bårer
båret
båra
båret
båra
Klasse 1 zwak

båre

  1. golven
  • : Afkomstig van de Oudnoorse woorden barar, barir, mv bǫrur en het Nederduitse woord bare.
  • : Afkomstig van het Oudnoorse woord bára.

båre m/v

  1. baar, draagbaar, berrie, brancard
  2. doodskist, lijkkist, grafkist, uitvaartkist, crematiekist, kist
  3. (poëtisch) baar, golf, plens
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   båre     m: båren
v: båra  
  bårer     bårene  
genitief   båres     m: bårens
v: båras  
  bårers     bårenes  
  • legge den skadede på båra
een gewonde op de brancard leggen
  • legge en krans på båren
een krans op de doodskist leggen


En båre.
Een kruiwagen.
  • bå·re
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord bára.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
båre
bårar
båra
båra
Klasse 1 zwak

båre

  1. golven
  • : Afkomstig van de Oudnoorse woorden barar, barir, mv bǫrur en het Nederduitse woord bare.
  • : Afkomstig van het Oudnoorse woord bára.

båre v

  1. baar, draagbaar, berrie, brancard
  2. kruiwagen
  3. doodskist, lijkkist, grafkist, uitvaartkist, crematiekist, kist
  4. (poëtisch) baar, golf, plens
v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   båre     båra     bårer     bårene  
genitief                        
bijvormen enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   båra         båror     bårone  
genitief                        
  • : bår
  • leggje den skadde på båra
een gewonde op de brancard leggen
  • leggje ein krans på båra
een krans op de doodskist leggen