Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
charge. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
charge, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
charge in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
charge is hier. De definitie van het woord
charge zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
charge, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- (Als zelfstandig naamwoord) Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘cavalerieaanval’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1593 [1]
- (Als werkwoord) Leenwoord uit het Engels
de charge v / m
- (militair) gesloten aanval van de politie of van de cavalerie (cavaleriecharge)
- ▸ De laatste militaire charge met paarden in West-Europa vond plaats aan de Burkel, op de grens van Maldegem en Oedelem.[2]
- (scheepvaart), (handel) vervoersovereenkomst tussen bevrachter en schipper
- (industrie) lading of batch in een productieproces (zie chargenummer)
charge
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chargen
- gebiedende wijs van chargen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chargen
89 % |
van de Nederlanders;
|
78 % |
van de Vlamingen.[3]
|
charge
- overgankelijk, (juridisch) aanklagen
- «A man was charged and two others are sought in connection with a shooting.»
- Een man werd aangeklaagd en twee anderen worden gezocht in verband met een schietpartij.
charge
- (juridisch) aanklacht, beschuldiging, telastlegging, tenlastelegging
- ↑ charge, Online Etymology Dictionary
charge
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van charger
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van charger
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van charger
enkelvoud
|
meervoud
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
charge
|
la charge
|
charges
|
les charges
|
charge v
- belasting , last
- opdracht, taak
- (juridisch) aanklacht, beschuldiging, telastlegging, tenlastelegging
- (militair) aanval, charge
charge m
- aanbetaling