droog

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord droog. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord droog, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je droog in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord droog is hier. De definitie van het woord droog zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandroog, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • droog
  • In de betekenis van ‘niet nat’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
  • [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen droog droger droogst
verbogen droge drogere droogste
partitief droogs drogers -

droog

  1. geen of zeer weinig vocht bevattend
    • Die broek is weer droog. 
     Het drong langzaam tot me door wat het woord ‘wildernis’ eigenlijk betekende: niet romantisch en mooi, maar zwaar, droog, verlaten en pijnlijk.[3]
  2. zonder gevoel, saai, dor (-> droogkloot)
  3. op een quasi ernstige manier een grap maken
    • Ze is komisch, droog, vilein, naïef en tegelijk berekenend.[4] 
  4. van wijn: niet zoet
    • Mag ik van u een droge witte wijn. 
vervoeging van
drogen

droog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drogen
    • Ik droog. 
  2. gebiedende wijs van drogen
    • Droog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drogen
    • Droog je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]