eier
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord eier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord eier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je eier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord eier is hier. De definitie van het woord eier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
 Niet te verwarren met: Eier
|
Afrikaans
Uitspraak
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | eier | eiers |
Zelfstandig naamwoord
eier
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- ei·er
Woordherkomst en -opbouw
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord eie met het achtervoegsel -er
| Naar frequentie | 891 |
|---|
Werkwoord
eier
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van eie
| enkelvoud | meervoud | |||
|---|---|---|---|---|
| onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
| nominatief | eier | eieren | eiere | eierne |
| genitief | eiers | eierens | eieres | eiernes |
Zelfstandig naamwoord
eier, m
- bezitter, eigenaar (mannelijke vorm)
- «Eiere av luksusbiler må regne med et voldsomt verditap om de vil kvitte seg med doningen.»
- Eigenaren van luxeauto's moeten er rekening mee houden dat zich een erg groot waardeverlies voordat als ze van hun luxeauto af willen komen.
- «Eiere av luksusbiler må regne med et voldsomt verditap om de vil kvitte seg med doningen.»
- bezitster, eigenares (vrouwelijke vorm)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
|
|