Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
eigenaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
eigenaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
eigenaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
eigenaar is hier. De definitie van het woord
eigenaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
eigenaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de eigenaar m
- iemand die iets in eigendom heeft
- Hij is de eigenaar van zijn eigen huis.
- Bewoners van de Kralingse Kettingstraat mogen de door henzelf bedachte inrichting van de straat realiseren. Ze ondertekenden deze week een zelfbeheercontract waarmee ze ‘eigenaar’ werden van een straatdeel. De bewoners, onder wie initiatiefnemer Ernest van der Kwast, gaan een parkeerterrein omtoveren tot groene speel- en ontmoetingsplek. Er komen nog vijf ‘droomstraten’.[4]
- ▸ `Ik weet het; zei de majordomus. 'Het was ijdele hoop dat dit u zou ontgaan. Ik vraag u met klem de grootmoedigheid op te brengen om mijn nederige excuses te aanvaarden. Deze uit de toon vallende decoratie is het jammerlijke gevolg van het enthousiasme van de nieuwe eigenaar.'[5]
1. iemand die iets in eigendom heeft
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[6]
|