geus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geus is hier. De definitie van het woord geus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • geus
  • van Frans  gueux zn  "bedelaar, schooier", omdat de eerste actie het indienen van een smeekschrift was; traditioneel zou het om een smalende opmerking van een hoveling, opgevangen door een van de edelen en demonstratief als "geuzennaam" aangenomen
    • zn m: in de betekenis van ‘lid van een bepaalde partij’ voor het eerst aangetroffen in 1566 [1] [2] [3]
    • zn v/m: als vlag van de watergeuzen [4] [5]
    • bn: als verwijzing naar de vijanden van de regering van koning Philips II in de Nederlanden [6]
  • vermoedelijk van Frans gueuse "lingot, gieteling" [7] [8] [9]
enkelvoud meervoud
naamwoord geus geuzen
verkleinwoord geusje geusjes

 de geusm

  1. (persoon) (geschiedenis) elk van de edelen van het Verbond in 1566 en later de vijanden van de regering van koning Philips II in de Nederlanden
  2. (persoon) (figuurlijk) iemand die zich daadwerkelijk verzet tegen gezag dat zich misdraagt

 de geusv / m

  1. kleine vlag met stervormige rood-wit-blauwe banen op de voorplecht van schepen, gehesen op zon- en feestdagen
stellend
onverbogen geus
verbogen (geuze)

geus

  1. (geschiedenis) behorend tot de Nederlandse opstandelingen tegen koning Philips II in de 16e eeuw
  2. (religie) (verouderd) protestant
enkelvoud meervoud
naamwoord geus geuzen
verkleinwoord geusje geusjes

 de geusm

  1. gegoten ijzer in de vorm van een langwerpig blok met schuine zijden
90 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[10]