ginkgo

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ginkgo. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ginkgo, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ginkgo in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ginkgo is hier. De definitie van het woord ginkgo zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanginkgo, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
De Japanse notenboom, Ginkgo biloba, is de enige nog levende soort ginkgo.
  • gink·go
  • van Japans 銀杏 (ginkyo), in de betekenis van ‘een Japanse boom’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1866 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ginkgo ginkgo's
verkleinwoord - -

de ginkgom

  1. (coniferen) benaming voor bomen uit het geslacht Ginkgo op Wikispecies uit de familie Ginkgoaceae op Wikispecies; dit geslacht is uitgestorven op de Japanse notenboom Ginkgo biloba op Wikispecies na, die daarom soms wordt gezien als een levend fossiel
     De poort aldaar geeft toegang tot de smalle gang (‘niet fietsen’) die voert naar een hemelse binnentuin met een spectaculaire ginkgo, een zonnewijzer en een reusachtige magnolia.[3]
  • De ginkgo is ook naaktzadig en wordt hier om die reden ingedeeld bij de categorie coniferen, hoewel hij daar botanisch buiten valt.
40 % van de Nederlanders;
33 % van de Vlamingen.[4]
  •  ginkgo in het Nederlands Soortenregister N
  •  ginkgo op Wikidata op Wikidata