graaien

• Geluid:  graaien    (hulp, bestand)

• graai·en

• In de betekenis van ‘met de handen rondtasten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617 ^[1]

de graaien mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord graai

graaien

1. inergatief met de handen ergens in rondtasten

   • Grieken graaien in vuilnisbakken om aan eten te komen 

2. overgankelijk ~ uit stelen, wegpakken

   • Logisch, als je weet dat het spul vers uit de vitrine is gegraaid. 

3. inergatief (economie) (bedrijfskunde) zich op oneerlijke of discutabele wijze verrijken bij de uitoefening van zijn functie

   • Als we terugkijken wanneer het grote graaien is begonnen dan belanden we voor Nederland aan het eind van de jaren 90, in Amerika was er natuurlijk al veel eerder sprake van een uitgesproken graaicultuur 
   • het 'graaien' gaat dóór: Topman Air France KLM pakt €3 miljoen aan bonus terwijl de Franse Staat moest bijspringen en de tent technisch failliet is. ^[2] 

• zakkenvullen, zelfbedieningskapitalisme, zelfverrijking, bankier, topman

• graaibonus, graaicultuur, graaier, graaikapitalisme, graaizucht, gegraai

• Het woord graaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graaien" herkend door: