Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
grondel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
grondel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
grondel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
grondel is hier. De definitie van het woord
grondel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
grondel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de grondel m
- (straalvinnigen) benaming voor vissen uit de familie Gobiidae , bodembewonende, meestal roofzuchtige visjes met een brede, verzonken kop, een felgekleurd lichaam, een tweedelige rugvin en geen zijlijn en de buikvinnen zijn samengevoegd als een schijfvormige zuignap die zich vastklampt aan rotsen en koraalriffen
- bepaald soort vis, Gobio gobio , die algemeen in de Benelux voorkomt
- ▸ ⧖ In ondiepe slooten waken prachtig gekleurde stekeltjes over hun kunstig nestje, de bittervoorn legt zijn eieren in de zoetwatermossels, ook karper, grondel, en bliek schieten kuit.[4]
- aboma, Berberse slijkspringer, bijtje, blonde grondel, brakwatergrondel, dikkopje, drakenkop, glasgrondel, gorgoondwerggrondel, goudgrondel, Kesslers grondel, kleurige grondel, Lozano's grondel, luipaardgrondel, maagdslaapgrondel, marmergrondel, naakthalsgrondel, Noorse grondel, paarsgevlekte gobie, paganelgrondel, Pontische stroomgrondel, roodbekgrondel, shimofurigrondel, staartvlekgrondel, zwartbekgrondel, zwarte grondel
1. benaming voor vissen uit de familie Gobiidae
grondel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grondelen
- gebiedende wijs van grondelen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grondelen
55 % |
van de Nederlanders;
|
48 % |
van de Vlamingen.[5]
|