hagen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hagen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hagen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hagen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hagen is hier. De definitie van het woord hagen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhagen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ha·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hagen
haagde
gehaagd
zwak -d volledig

hagen [1] [2]

  1. zinnen
  2. met een haag omgeven

de hagenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haag
93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]


  • ha·gen
Naar frequentie 2206

hagen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van hage


  • ha·gen

hagen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van hage