halvezool

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord halvezool. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord halvezool, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je halvezool in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord halvezool is hier. De definitie van het woord halvezool zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhalvezool, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hal·ve·zool
enkelvoud meervoud
naamwoord halvezool halvezolen
verkleinwoord halvezooltje halvezooltjes

de halvezoolv / m

  1. stuk leer of rubber dat alleen onder het voorste deel van de schoen bevestigd wordt (als gedeeltelijk herstel)
    In het Surinaams-Nederlands gebruikt voor elke versteviging onder de schoenzool.

de halvezoolm

  1. (scheldwoord) iemand die door vreemd gedrag bezigheden van anderen verstoort
vervoeging van
halvezolen

halvezool

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van halvezolen
    • Ik halvezool. 
  2. gebiedende wijs van halvezolen
    • Halvezool! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van halvezolen
    • Halvezool je? 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. halvezool op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 29 maart 2021 Weblink bron
    Marc de Coster
    “Halve zool” (08 december 2005) op marcdecoster.blogspot.com
  4. Bronlink geraadpleegd op 29 maart 2021 Weblink bron
    Laura van Eerten
    “Hoe is de scheldnaam 'halvezool' ontstaan” (17 maart 2016), Instituut voor de Nederlandse taal op ivdnt.org