heir

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord heir. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord heir, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je heir in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord heir is hier. De definitie van het woord heir zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanheir, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • heir
enkelvoud meervoud
naamwoord heir heiren
verkleinwoord

het heiro

  1. (verouderd) groep weerbare mannen die een strijdmacht vormen
     Want als de wateren wederkeerden, zo bedekten zij de wagenen en de ruiters van het ganse heir van Farao, dat hen nagevolgd was in de zee; er bleef niet een van hen over.[3]
  2. bewust bijeengebrachte groep mensen, dieren of wagens
     Toen vreesde Jakob zeer, en hem was bange; en hij verdeelde het volk, dat met hem was, en de schapen, en de runderen, en de kemels, in twee heiren;
    Want hij zeide: Indien Ezau op het ene heir komt, en slaat het, zo zal het overgeblevene heir ontkomen.
    [4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. heir op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 15 februari 2023 Weblink bron
    Statenvertaling
    Exodus”, 14:28 op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 15 februari 2023 Weblink bron
    Statenvertaling
    Genesis”, 32:7-8 op statenvertaling.net


  • heir
enkelvoud meervoud
heir heirs

heir

  1. erfgenaam
  2. opvolger


  • IPA: /(x)hɛɪr/ (Etsbergs)

heir o

  1. leger